Als je in het Arnhemse Staatsliedenkwartier mensen in felgekleurde hesjes en van tuin naar tuin ziet lopen, dan weet je dat de lente is aangebroken. Of de herfst.
Twee keer per jaar helpen vrijwilligers uit de buurt mensen namelijk hun tuin winter- of zomerklaar te maken. Andere hulpkrachten verlenen weer steun bij bijvoorbeeld een boodschap doen of de hond uitlaten.
Er zijn zat mensen die iets voor een ander in hun wijk willen doen, zo merkten Gijs van den Heuvel en Margriet Kok toen ze twee jaar geleden begonnen met het project Staatsliedenkwartier Voormekaar. ,,We hebben een enquête gehouden om te peilen wie er behoefte had aan hulp en wie er wat wilde doen”, zegt Kok. ,,Opvallend veel mensen wilden helpen, maar niet structureel.”
Tuintjesdagen
Zo zagen de zogenoemde Tuintjesdagen het levenslicht. ,,Als mensen ouder worden en niet meer alles kunnen, zie je vaak dat ze de tuin niet meer kunnen bijhouden. Vrijwilligers willen daar wel bij helpen, maar niet aan vastzitten. Zo kwamen we op het idee om twee keer per jaar in groepen de wijk door te gaan om tuinen in orde te maken. Na een uur werken gaan we door naar de volgende tuin.”
Van den Heuvel, voormalig opbouwwerker bij Rijnstad, en Kok (diaconaal consulent bij de protestantse gemeente Arnhem) zaten in 2012 samen in het WMO-platform toen ze op het idee kwamen iets te gaan doen voor de buurt. ,,Je kunt wel eindeloos plannen gaan zitten bedenken, maar de ontwikkelingen gaan snel en we wilden gewoon iets doen. Wachten duurt zo lang. Niet praten, gewoon doen.”
Persoonlijke aanpak
Van den Heuvel: ,,We zijn ook bewust niet met een website begonnen, maar hebben gekozen voor de persoonlijke aanpak, met een enquête en mond-tot-mondreclame. Daarom dragen we ook die hesjes en hebben we een banner. Ook staan we steeds in het wijkblaadje. Zo word je steeds bekender.” Hulpverleners weten inmiddels ook dat er ondersteuning vanuit de wijk gevraagd kan worden.
Toch loopt het nog niet storm. ,,We vermoeden dat mensen al in hun eigen kring hulp hebben gevonden. Misschien is er ook wel een drempel om naar ons toe te stappen.” De inmiddels vier kerngroepleden doen er alles aan om de drempel zo laag mogelijk te houden. Zo is er in de Hugo de Grootschool wekelijks een inloopmiddag. ,,Gewoon, om elkaar te ontmoeten, te leren kennen.”
Klein beginnen
Het buurtinitiatief is volgens de twee eenvoudig en snel op te zetten. ,,Ik zou wel klein beginnen”, zegt Margriet Kok. ,,Uitbouwen kan altijd nog. En help mensen met dingen die je zelf leuk vindt. Want gezelligheid en plezier zijn belangrijk.”